Het Spel
Ook OWH Koraal Genk is gegroeid vanuit een duikclub, Koraal Genk. Meer info over onze duikclub vind je hier: www.koraalduikers.be.
30 jaar na de Britten, medio jaren 1980, begon de puck te schuiven over de Genkse zwembadbodem. Maar wat deden de Britten juist?
Wel... met een aantal gekken spurten 2 teams om ter eerst naar de puck die in het midden van het speelveld ligt. Doel van het spel is om de puck in de doelbak van de tegenstander te krijgen. Net zoals bij voetbal wint het team met de meeste doelpunten. En er zijn nog gelijkenissen: strafpucks en zelfs penalties bestaan onder water. Het speelveld heeft bepaalde afmetingen zoals hieronder te zien is.
Het speelveld varieert van zwembad tot zwembad. Een officieel veld heeft een lengte tussen 21 en 25m en is 12 tot 15m breed. De bodem mag een lichte helling hebben met een maximale hellingshoek van 1m op 20m. In het midden van elke achterlijn bevindt zich een doelbak. De bak is een metalen constructie met een maximale lengte van 336cm, een breedte van 30cm en een hoogte van 18cm. Niet alle delen van het doel zullen leiden tot een doelpunt. Op de foto kan je zien dat er een schuine kant aan het doel is. Om een geldig doelpunt te scoren moet de puck volledig in de doelbak liggen of de opstaande kant geraakt hebben. Mocht de puck op de schuine kant blijven liggen, dan is er geen doelpunt.
De spelers
Een team bestaat uit 10 spelers waarvan er maximaal 6 tegelijkertijd in het speelveld mogen zijn. Een minimum van 4 spelers per team is vereist om een officiële wedstrijd te laten plaatsvinden. Indien er tijdens de wedstrijd minder dan 4 spelers in het water liggen, dan wordt de wedstrijd gestaakt. Een maximum van 4 wisselspelers bevinden zich in de daarvoor voorziene wisselzone. Deze zone kan in- of uit het water zijn. Zoals in het ijshockey mogen spelers onbeperkt wisselen tijdens de wedstrijd. Een speler mag wel pas wisselen als deze zich volledig uit het speelveld bevindt. Bij een foutieve wissel krijgt de speler 1 minuut uitsluiting.
De wedstrijd
Het spel wordt begeleid door een hoofdscheidsrechter en twee waterscheidsrechters. De hoofdscheids houdt onder meer de tijd in de gaten, de stand en kan beslissingen van de waterscheidsen overrulen. De waterscheidsen bekijken de acties boven- én onder water.
Zoals gezegd begint de wedstrijd met een startpuck: de puck bevindt zich in het midden van het speelveld en de spelers van beide teams houden met minimaal 1 hand de achterlijn van het speelveld vast. De twee waterscheidsrechters steken hun hand omhoog, wat betekent dat iedereen klaar is, en het spel start van zodra de hoofdscheids een geluidsignaal onder water geeft (elektronische gong of metalen buis). Beide teams verlaten de achterlijn en strijden om de puck. Een doelpunt wordt gescoord als de puck zich geheel in de doelbak bevindt of de achterkant van het doel raakt. Hierna wordt het spel hervat met de startpuck.
De speeltijd bestaat, afhankelijk van de competitie, uit 2 helften van elke 15 minuten met een pauze van 3 minuten. In de Belgische compeittie is dit vaak 2x11 minuten met een pauze van 1 minuut. Tijdens de pauze dient er van kant gewisseld te worden. Eindigt het spel na de reguliere speeltijd met een gelijkspel, dan wordt er doorgespeeld: 2 keer 5 minuten. Is er na die tijd geen doelpunt gevallen, dan wordt het spel doorgespeeld totdat er gescoord is door een van beide teams.